Conclusie: evenwichtig omzetten van de pensioenen is mogelijk
Het bestuur van BPOA heeft alle keuzes behorend bij een evenwichtige transitie zorgvuldig gewogen vanuit het belang van de leden van de vereniging. Daarbij heeft het bestuur onder meer uitgebreid stilgestaan bij de berekeningen van alle mogelijke gevolgen van de transitie. Hiervoor zijn tevens externe deskundigen geraadpleegd. Het bestuur stelt het volgende vast:
- Bij een dekkingsgraad van 106% of hoger kunnen alle doelstellingen worden gerealiseerd. Op verzoek van BPOA heeft het bestuur van SPOA aangekondigd de beleggingen aan te passen om de dekkingsgraad op 106% meer te beschermen. Hierdoor is de kans op een dekkingsgraad lager dan 106% heel erg klein.
- De groep deelnemers die tijdens de transitie nadeel ondervindt van de afschaffing van de doorsneepremie wordt gecompenseerd uit het vermogen van het pensioenfonds.
- Na compensatie voor de afschaffing van de doorsneepremie zijn er geen groepen deelnemers aanwezig die een onevenredig nadeel ondervinden ten opzichte van andere groepen.
- Als op het moment van transitie de dekkingsgraad hoger is dan 106% wordt eventueel resterend vermogen gelijk onder alle deelnemers verdeeld.
De conclusie van het bestuur is dat de omzetting van de pensioenen naar de nieuwe pensioenregeling op de transitie datum evenwichtig is.
Dit betekent dat we het wettelijke uitgangspunt volgen om de opgebouwde pensioenen om te zetten naar de nieuwe pensioenregeling. Het bestuur van BPOA zal de leden in de ALV van 6 maart 2024 vragen om in te stemmen met het voorstel voor de transitie zoals opgenomen in het transitieplan, inclusief omzetten van de bestaande pensioenen (het invaren) naar de nieuwe pensioenregeling op de transitiedatum.