Nabestaandenpensioen
Overlijden voor of na pensionering: het verschil
De nieuwe pensioenregeling maakt voor het nabestaandenpensioen een verschil tussen overlijden vóór pensionering en ná pensionering. Dit is verplicht vanuit de nieuwe wetgeving. Vóór pensionering wordt het partnerpensioen op risicobasis verzekerd. Dit geldt voor alle actieve deelnemers, ook als er geen nabestaanden zijn. Bij uw overlijden vóór pensionering bedraagt de levenslange uitkering voor uw partner in de nieuwe pensioenregeling 50% van het pensioengevend inkomen. Voor het wezenpensioen is dit 20% van het pensioengevend inkomen. Voorwaarde voor deze uitkering is dat u actief deelneemt aan de pensioenregeling (premie betaalt). Het nabestaandenpensioen is een variabele uitkering, net als het inkomen uit het ouderdomspensioen.
De hoogte van het partnerpensioen bij overlijden ná pensionering is afhankelijk van het opgebouwde persoonlijk pensioenkapitaal. Op uw pensioendatum kunt u kiezen hoeveel u voor uw nabestaanden wilt reserveren. Het nabestaandenpensioen is een variabele uitkering, net als de pensioenuitkering. Net als in de huidige regeling kunt u op de pensioendatum kiezen om partnerpensioen uit te ruilen tegen een hoger ouderdomspensioen.
De hoogte van de huidige dekking voor het nabestaandenpensioen vindt u terug op uw Uniform Pensioenoverzicht.