Cookievoorkeuren
InstellingenIk ga akkoord
A

A
Anw
Anw
Afkorting voor de Algemene nabestaandenwet. De Anw voorziet in (inkomensafhankelijke) uitkeringen bij overlijden van een verzekerde aan de man of vrouw met wie de verzekerde was gehuwd of ongehuwd samenwoonde. Tevens kent de Anw een uitkering voor de ex-echtgeno(o)t(e) ten opzichte van wie de overleden verzekerde een alimentatieplicht had, en voor kinderen die door het overlijden van een verzekerde ouderloos zijn geworden.
AOW
AOW
Afkorting voor Algemene Ouderdomswet. AOW is een basispensioen van de Rijksoverheid. Heeft een deelnemer in Nederland gewoond of gewerkt? Dan ontvangt hij AOW van de Sociale Verzekeringsbank (SVB) vanaf de AOW-leeftijd tot zijn overlijden. Omdat de kosten voor de AOW stijgen, neemt de Rijksoverheid maatregelen om deze betaalbaar te houden. Zo wordt bijvoorbeeld de AOW-leeftijd in stappen verhoogd.
AOW-gat
AOW-gat
Per 1-1-2015 zal de partnertoeslag aan AOWérs met een partner die jonger is dan 65 jaar komen te vervallen. Voor personen die geboren zijn op of na 1 januari 1950 en dus op of na 1 januari 2015 de 65-jarige leeftijd bereiken, kan het gezamenlijke inkomen hierdoor tijdelijk lager worden. Dit wordt het AOW-gat genoemd. De grootte van dit gat is afhankelijk van het leeftijdsverschil tussen beide partners.
Arbeidsongeschikte deelnemer
Arbeidsongeschikte deelnemer
De werknemer, die een (gedeeltelijke) WAO-uitkering (tot 2006) of WIA-uitkering (vanaf 2006) ontvangt. De pensioenopbouw wordt (gedeeltelijk) voortgezet voor rekening van het pensioenfonds.
ASKA
ASKA
Associatie van ketenapotheken. Dit is de werkgeversvereniging voor ketenapotheken.
Asset Liability Management (ALM)-studie
Asset Liability Management (ALM)-studie
Een onderzoek naar het verband tussen de beleggingen, de premie en de (financiering van de) pensioenregeling op langere termijn. De ingeschatte ontwikkeling van het fonds is hierbij gebaseerd op een aantal (economische) toekomstverwachtingen.
Beleggingsbeleid
Beleggingsbeleid
Een pensioenfonds is verplicht om op solide wijze te beleggen. Het beleggingsbeleid van een pensioenfonds is enerzijds gericht op het zoveel mogelijk uitsluiten van beleggingsrisico's en anderzijds op het behalen van een zo hoog mogelijk rendement. Bovendien moet de afstemming van beleggingen op de verplichtingen kloppen: het pensioenfonds moet op het juiste moment aan haar verplichtingen kunnen voldoen.
Beleggingsportefeuille
Beleggingsportefeuille
Het totaal van alle beleggingen in aandelen, obligaties, leningen op schuldbekentenis, deposito's en vastgoedfondsen.
Beleidsdekkingsgraad
Beleidsdekkingsgraad
De beleidsdekkingsgraad is gedefinieerd als het gemiddelde van de actuele dekkingsgraden over de afgelopen 12 maanden. Deze dekkingsgraad wordt gebruikt om de vermogenspositie van een pensioenfonds aan te duiden. Deze dekkingsgraad is wettelijk gezien leidend voor de beleidsbeslissingen (o.a. herstel, indexatie en korting). Als de beleidsdekkingsgraad vijf jaar lang lager is dan het Minimaal Vereist Eigen Vermogen dient gekort te worden tot het niveau van de actuele dekkingsgraad. Deze korting is onvoorwaardelijk en mag worden uitgespreid over maximaal 10 jaar.
Benchmarking
Benchmarking
Representatieve beleggingsindex waartegen het rendement van een belegging wordt afgezet.